maandag 11 juli 2011

Epilepsieonderwijs door oog van de naald

De twee epilepsiescholen en het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie
(LWOE) dat kinderen met epilepsie op hun eigen school ondersteunt, hoeven minder
te bezuinigen dan eerder was voorgesteld. Aanleiding waren twee moties die
zijn ingediend op initiatief van de Kamerleden Dijsselbloem (PvdA) en Elias (VVD)
na het Algemeen Overleg over passend onderwijs. Dit is goed nieuws voor de ongeveer
vijftienhonderd kinderen met ernstige epilepsie die nu door de twee epilepsiescholen
en het LWOE geholpen worden.

Begin 2011 maakte de regering de bezuinigingsplannen voor het speciaal onderwijs
bekend. Door de geplande bezuinigingen zou het speciaal epilepsieonderwijs onredelijk
zwaar getroffen worden. De epilepsiescholen De Waterlelie in Heemstede en
De Berkenschutse in Heeze zouden meer dan vijftig procent van hun totale budget
moeten inleveren. En de ondersteuning van kinderen met epilepsie in het regulier
onderwijs zou verdwijnen.

In het Algemeen Overleg over passend onderwijs van 29 juni is de brief van minister
Van Bijsterveldt besproken door de Vaste Kamercommissie OCW. Naar aanleiding
van het overleg hebben de Kamerleden Dijsselbloem en Elias beiden een motie
ingediend. Deze twee moties dringen aan op het behoud van de epilepsiescholen
en de ondersteuning van kinderen in het reguliere onderwijs. De moties zijn met een
meerderheid van de Kamercommissie ondertekend, gisteravond in stemming gebracht
én aangenomen. Hoewel de aangepaste plannen voor het passend onderwijs
nu nog niet bekend zijn, lijkt hiermee het dreigend onheil voor het speciaal epilepsieonderwijs
afgewend.

De afgelopen maanden hebben minister Van Bijsterveldt en andere politici belangstelling
getoond voor de problematiek van het epilepsieonderwijs. Dankzij de
compassie van diverse Kamerleden en inspanningen van ouders, begeleiders en
leerkrachten van de scholen, de Epilepsie Vereniging Nederland en het Nationaal
Epilepsie Fonds lijkt passend onderwijs voor kinderen met epilepsie veiliggesteld.

maandag 27 juni 2011

Nieuwsbrief Besturenraad: Nauwelijks opluchting over behoud epilepsieschool De Waterlelie

22 juni 2011 - 10:46 | De twee epilepsiescholen in Nederland hoeven minder te bezuinigen dan de bedoeling was en daarmee lijkt hun voortbestaan veiliggesteld. Toch is er volgens directeur Teus van den Brink, directeur van het expertisecentrum de Waterlelie in Cruquius vooralsnog geen reden om de vlag uit te hangen
Minister Van Bijsterveldt meldt in de brief aan de Tweede Kamer over de voortgang van passend onderwijs dat ze de zogeheten expertisebekostiging voor scholen als de Waterlelie voorlopig in stand houdt. Aanvankelijk wilde de minister die schrappen, maar dat zou onherroepelijk het einde van het onderwijs voor kinderen met epilepsie betekenen. De Tweede Kamer riep de minister in een motie op te voorkomen dat deze scholen door de ingrijpende bezuiniging zouden ‘omvallen’.
Baanverlies
De minister komt nu tegemoet aan de uitdrukkelijke wens van de Kamer. De scholen worden nu minder fors gekort, maar raken toch meer dan 30 procent van hun budget kwijt. Directeur Van den Brink rekent voor dat ongeveer eenderde van de 145 personeelsleden zijn baan kwijtraakt. In het oorspronkelijk voorstel zou het om tweederde van de personeelsleden gaan. Het verzachten van de pijn zorgt volgens Van den Brink nauwelijks voor opluchting. “De onzekerheid voor personeel en ouders blijft, het ziet er ook niet naar uit dat we gedwongen ontslagen kunnen voorkomen.”
Maar meer nog zit het Van den Brink dwars dat de minister in de brief niet rept van het Landelijk Netwerk, dat de ambulante begeleiding verzorgt voor kinderen met epilepsie. Hij concludeert daaruit dat die bezuiniging onverkort doorgaat. Dat betekent dat de expertise van deze ambulant begeleiders versnipperd raakt over de ongeveer tweehonderd samenwerkingsverbanden in primair en voortgezet onderwijs. De kinderen met epilepsie betalen daarvoor de rekening, zegt Van den Brink.
Laatste hoop
Hij betreurt het dat de minister niet naar een duurzame oplossing heeft gezocht voor het onderwijs aan kinderen met epilepsie. Dat zou kunnen door dit onderwijs qua bekostiging aan te haken bij cluster 1 of 2, maar dat wil Van Bijsterveldt niet. “De minister is bij ons op bezoek geweest en we hadden gehoopt haar te kunnen overtuigen van de nadelige gevolgen van haar maatregelen. Onze laatste hoop is nu dat de Tweede Kamer volgende week bij de bespreking van passend onderwijs gehoor geeft aan onze oproep. Zo niet, dan zullen we onze knopen moeten tellen”, aldus Van den Brink.

donderdag 16 juni 2011

Artikel Volkskrant "Kinderen van de rekening"


Kinderen van de rekening
10/06/2011
De bezuinigingen op de speciale onderwijszorg treffen de twee epilepsiescholen in Nederland extra. 'Deze kinderen willen geen aandacht. Ze zullen buiten de boot vallen.'

Fel debat, dit voorjaar, in de Tweede Kamer. 'Kun je van een auto vragen dat hij met de helft van de benzine even ver rijdt?' werpt SP-Kamerlid Manja Smits onderwijsminister Van Bijsterveldt voor de voeten.

Niet dat auto's haar interesseren. Het gaat Smits om twee scholen voor kinderen met epilepsie: de een moet het tegen het einde van de kabinetsperiode doen met 66 procent minder geld, de ander met 51 procent.

De minister houdt vol dat de twee scholen het best zullen redden met dat kleinere budget, al is het 'pittig'. De oppositie noemt haar voornemen 'tekentafelpolitiek' en 'technocratisch': die epilepsiescholen zullen door de bezuiniging moeten sluiten.

De publieke tribune blijft achter met de vraag: wie heeft er gelijk?

Een zoektocht naar het antwoord begint in het vlakke land achter het Noord-Hollandse Cruquius, onder Haarlem. Daar staat De Waterlelie, één van de twee scholen voor zwaar epileptische kinderen. Van de 50.000 Nederlandse kinderen met epilepsie heb je bij 48.000 van hen geen omkijken, vertelt schooldirecteur Teus van den Brink. Op zijn school zitten er slechts 200, die naast epilepsie kampen met gedrags- of leerproblemen. Voor ze hier mogen komen, moeten ze een flinke achterstand hebben opgelopen op school. Daarnaast hebben ze vaak ADHD, een autistische stoornis, en zijn agressief of juist heel angstig.

Een speciale epilepsieschool, dat roept beelden op van kinderen die elk uur schokkend op de grond vallen. Dat is niet zo. 'De medicatie is de laatste jaren veel beter geworden', vertelt zorgcoördinator Caroline Stalenhoef. 'Toen ik hier net kwam, kwam een aanval veel vaker voor.'

Niet dat aan deze kinderen niets te zien is - je moet er alleen iets beter voor kijken. In groep 6 - dertien leerlingen, een lerares en een klassenassistent - hebben twee meisjes een uit de kluiten gewassen koptelefoon op hun hoofd. Gewoon van de bouwmarkt, zegt de juf. De kinderen moeten ze zelf pakken als ze zich onrustig voelen worden.

En zo zijn er meer kleine aanpassingen. Van sommige kinderen staat de stoel achterstevoren voor het tafeltje - tip van de ergotherapeut, want dat is moeilijker wiebelen. Vooral de kinderen met autisme zijn erg beweeglijk. 'Dat gefladder, zie je', zegt juf Adriana Kuiper. 'Dat is ontlading van spanning.'

Het lezen gaat langzamer, en zelfstandig werken is er niet bij, maar de kinderen in groep 6 ogen nog tamelijk normaal, vergeleken met een klas van de afdeling voortgezet onderwijs. Deze kinderen hebben intensieve begeleiding nodig. Docent Gea Kruijer helpt een 12-jarig meisje, dat naast epilepsie een zeer laag IQ en autisme heeft, figuurzagen.

Paaseieren moeten het worden. De eieren worden bijna vierkant, het meisje zaagt onbekommerd lucht in plaats van hout, maar de juf blijft aanmoedigen en zeggen dat het goed gaat. Als het moet, veegt ze zo meteen ook haar billen af. Helpt haar met eten. Poetst haar tanden.

Twee jongens dragen een helm, één daarvan met een beugel voor zijn gezicht. Hij schaaft aan zijn eieren, maar zakt steeds weg - zijn hoofd valt opzij, en juf Gea wrijft over zijn nek om hem er weer bij te halen.

Wat deze kinderen nog ingewikkelder maakt, legt Van den Brink uit, is hun onvoorspelbare ontwikkeling. 'De een gaat vooruit, al is het langzaam. Maar anderen gaan achteruit. Eerst kunnen ze nog lezen, maar het eindigt ermee dat ze zich zelfs niet meer kunnen aankleden.'

Tot 2002 vond het rijk die combinatie van problemen ernstig genoeg om de kinderen het etiket 'meervoudig gehandicapt' te geven. Dat moest in 2002 veranderen van toenmalig staatssecretaris Karin Adelmund. Scholen voor kinderen met beperkingen werden verdeeld over vier clusters: cluster 1 voor blinden, cluster 2 voor doven, cluster 3 voor kinderen met verstandelijke of lichamelijke beperkingen en cluster 4 voor gedragsproblemen of psychiatrische stoornissen. Kinderen met epilepsie werden gelijkgesteld aan langdurig zieke kinderen, in cluster 3.

'Wij waren daar tegen', vertelt Ton van den Broek, directeur van de andere epilepsieschool, De Berkenschutse in het Brabantse Heeze. 'Doordat kinderen met epilepsie plus gedrags- of leerproblemen niet langer meervoudig gehandicapt mochten heten, zouden we per kind 38 procent minder geld krijgen. Ter compensatie kregen we expertisebekostiging. Elk jaar een vast bedrag.'

Van die expertisebekostiging wil minister Van Bijsterveldt nu af. En opgeteld bij de andere bezuinigingsmaatregelen betekent het dat deze scholen meer dan de helft van hun geld moeten inleveren. En dat leidde weer tot de vraag in de Tweede Kamer: kan dat wel?

Nee, zegt groepsleerkracht Kruijer. Ze voorziet een verslechtering van de kwaliteit van het onderwijs. 'Een techniekles zoals deze kan straks niet meer, want we hebben dan geen geld meer voor een aparte techniekdocent. De klassen zullen groter worden. Dat is heftig. Er zijn nu al dagen dat ik niet aan lesgeven toe kom. Vanwege aanvallen, of als leerlingen elkaar in de haren vliegen.'

Nee, vindt ook schooldirecteur Van den Brink. Hij zal veel van zijn logopedisten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, gedragswetenschappers en psychologen moeten ontslaan, want geen school zonder leraren. 'Maar wat blijft dan over van het speciale karakter van deze school?'

Collega-directeur Ton van den Broek denkt zijn school wel te kunnen opdoeken. 'Waar de ontslagen vallen? Dat maakt geen donder uit. We vallen toch om.'

Het zijn niet eens de leerlingen die dagelijks de Waterlelie of De Berkenschutse bezoeken die het meest van de bezuinigingen gaan merken. Minder geld betekent vooral een aanslag op de begeleiding van kinderen met een lichtere vorm van epilepsie op gewone scholen.

Die kinderen, veel meer dan er naar een epilepsieschool gaan, kregen tot nu toe een 'rugzakje'; hun ouders mochten kiezen hoe ze dat geld voor extra zorg en begeleiding op school wilden inzetten. Maar bij de officiële invoering van passend onderwijs verdwijnt de rugzak-financiering. In plaats daarvan krijgen de 80 nog op te richten samenwerkingsverbanden van scholen een vast bedrag van het rijk voor ondersteuning van alle kinderen die het zonder die hulp niet redden.

Schooldirecteur Van den Brink maakt zich hierover grote zorgen. 'Het zijn de ADHD'ers en autisten die de aandacht opeisen in de klas. Men zal eerst voor hen zorg inkopen. Naar kinderen met epilepsie heb je geen omkijken: ze willen geen aandacht, dus gaan stilletjes achterin de klas zitten. En ze zijn maar met weinig. Zij zullen dus buiten de boot vallen.'

Hij vindt het onrechtvaardig deze kinderen te treffen. 'Onze doelgroep is sinds 2002 stabiel. De explosieve groei van rugzakjes, waarmee het kabinet zijn ingreep rechtvaardigt, komt niet door onze leerlingen.' (Tekst Maartje Bakker, foto thinkstock)

maandag 16 mei 2011

Bezoek minister van Bijsterveldt aan De Waterlelie


Woensdag 11 mei heeft minister van Bijsterveldt een werkbezoek gebracht aan onze school. Zij werd vergezeld door haar persoonlijk medewerker en de ambtenaar van OCW.
Om in alle rust met haar te kunnen spreken is er ditmaal bewust geen media-aandacht gezocht. Het gesprek is in goede sfeer verlopen en de minister toonde zich enthousiast over de ontvangst door één van onze leerlingen.
Samen met ouders, bestuur en inhoudelijk deskundigen hebben we goed kunnen inzoomen op zowel de inhoud, als de gevolgen van de bezuiniging voor leerlingen, ouders en school.
De minister heeft tijdens een rondleiding een aardig beeld gekregen van de diversiteit van onze leerlingen.
Uiteraard kon de minister geen harde toezeggingen doen. Wel zijn de nodige  aantekeningen gemaakt door haar ambtenaar en heeft zij aangegeven haar bevindingen mee te nemen in de brief die zij gaat schrijven naar de Tweede Kamer (waarschijnlijk nog voor de zomervakantie)
Als u het nieuws rondom passend onderwijs enigszins volgt, dan gloort er een sprankje hoop. Uitstel van de bezuinigingen biedt de minister de mogelijkheid om de te overleggen met ‘het veld’ over de invulling van de bezuiniging.

Artikel Volkskrant: Kabinet de fout in met groei aantal zorgleerlingen

Kabinet de fout in met groei aantal zorgleerlingen
Maartje Bakker, Raoul du Pré − 10/05/11, 04:46

Minister Van Bijsterveldt tijdens een spoeddebat over het passend onderwijs © anp
Het kabinet heeft de groei van het aantal zorgleerlingen sterk overdreven. Het aantal kinderen dat een label krijgt opgeplakt omdat er iets met hen is, zou sinds 2003 met 65 procent zijn gestegen. In werkelijkheid is het aantal leerlingen dat lichte of zware zorg nodig heeft slechts met 15 procent toegenomen.
Dit schrijft minister Van Bijsterveldt van Onderwijs aan de Tweede Kamer. Zij spreekt van 'een onvolkomenheid'. De groei van het aantal 'zorgleerlingen' is een belangrijk punt in de hoogoplopende debatten over passend onderwijs.

Regeringspartijen CDA en VVD rechtvaardigen hun geplande bezuiniging van 300 miljoen euro steevast met een verwijzing naar de stijging. 'Het huidige systeem barst uit zijn voegen', schreef ook Van Bijsterveldt eerder aan de Kamer. Vervolgens noemde zij de stijging van 65 procent. Die speelde ook een prominente rol in lijsttrekkersdebatten rond de statenverkiezingen in maart.

Andere getallen
De eerste die na herberekening op heel andere getallen uitkwam, was jongerenmagazine 7Days in maart. Naar aanleiding daarvan stelde de SP Kamervragen. In antwoord daarop geeft de minister nu toe dat de stijging van 65 procent overdreven is. Alleen het aantal leerlingen met een indicatie voor 'zware zorg' is zo sterk gestegen. Het totaal aantal leerlingen met indicatie voor lichte of zware zorg steeg met slechts 15 procent.

De minister baseerde zich op cijfers van de Inspectie voor het Onderwijs. Die heeft veel leerlingen dubbel  geteld. Veel zorgleerlingen krijgen meerdere 'labels'. Ze hebben bijvoorbeeld een 'rugzakje' met eigen financiering en gaan ook nog naar een school voor speciaal basisonderwijs.

Vermijdbare fout
De minister spreekt van een vermijdbare fout en heeft inspecteur-generaal Annette Roeters op het mat­je geroepen. Na een 'indringend gesprek' schreef Roeters de minister de gang van zaken te 'betreuren'.

De Inspectie legt uit dat veel leerlingen - maar niet hoeveel leerlingen - dubbel zijn geteld. Onduidelijk is waarop de minister haar nieuwe getal van 15 procent groei baseert. Haar woordvoerder kon dat maandag niet uitleggen. Van Bijsterveldt blijft erbij dat er een groot probleem is met de snelle stijging van het aantal zorgleerlingen, vooral van de groep met een label voor zware zorg. 'Deze groei is fors, zeker gezien de aanname in 2003 dat dit aantal leerlingen stabiel zou blijven.'

dinsdag 12 april 2011

Ouders strijden tegen bezuinigingen – Hart van Nederland

Afgelopen maandag is minister Van Bijsterveldt op bezoek geweest bij De Berkenschutse. De school voor kinderen met epilepsie in Heeze. Hart van Nederland was aanwezig en gisterenavond is een reportage over het bezoek uitgezonden. Ouders strijden tegen bezuinigingen – Hart van Nederland